Op een terras ergens in Frankrijk in de zon.
Zit een man die het tot gisteren nooit won.
Maar zijn auto vloog hier vlakbij uit de bocht.
Zonder hem, zonder Herman,
Want die had hem net verkocht.
Herman in de zon op het terras.
Leest in 't AD dat ie niet meer in leven was.
Z'n auto was volledig afgebrand.
En de man die hem gekocht had,
Stond onder zijn naam in de krant.
O, o, o,
Even rustig ademhalen.
O, o, o,
Het lijkt alsof het regent als altijd.
Maar het regent, en het regent zonnestralen.
Een week geleden, in een park in Amsterdam.
Had ie zijn leven overzien en schrok zich lam.
Hij was een man wiens leven nu al was bepaald.
En van al zijn jongensdromen.
Was alleen het oud worden gehaald.
O, o, o,
Even rustig ademhalen.
O, o, o,
Het lijkt alsof het regent als altijd.
Maar het regent, en het regent zonnestralen.
Op een bankje in het park kwam het besluit.
Noem het dapper, noem het vluchten maar ik knijp er tussenuit.
Nu een week geleden en hier zat ie dan maar weer.
Met meer vrijheid dan `m lief was en nou wist hij het niet meer.
Herman leest wel honderd keer de krant.
Het staat er echt, pagina achttien, zwartomrand.
Hield ie vroeger al zijn meningen.
En al zijn dromen stil.
Nu is ie niks niet niemand nergens meer.
Kan dus gaan waar ie maar wil.
Herman rekent af en staat dan op.
Hij heeft eindelijk de wind weer in zijn kop.
Ik heb een tweede kans gekregen.
En da's meer dan ik verdien.
Maar als dit het is is dit het, als dit het is is dit het, als dit het is is dit het.
En we zullen het wel zien.
O, o, o,
Even rustig ademhalen.
O, o, o,
Het lijkt alsof het regent als altijd.
Maar het regent, en het regent zonnestralen.
O, o, o,
Even rustig ademhalen.
O, o, o,
Het lijkt alsof het regent als altijd.
Maar het regent, en het regent zonnestralen.
En het regent zonnestralen