Ik ben de bard van het verleden
Luister naar mijn tragisch lied
De nevelen van het vervlogene
Gaan uiteen als ik dit gebied
Ooit waren er chaos en leegte
Tussen vuur en ijs ingesloten
Tot een grote reus ontstond
Goden kwamen onverdroten
Gedrieën velden zij de gigant
Uit zijn enorme kolossenlijf
Schiepen zij de Midden-Gaarde
Eer zij bouwden het godenverblijf
Uit zijn vlees de aarde
Uit zijn bloed de zee
Uit zijn botten de bergen
Uit chaos creëerden zij orde
Zon en maan, dag en nacht
Dwerg en mens schiepen zij
De Azen-Gaarde in al zijn pracht
Veel nut hadden wij van de goden
Die zich vaak onder ons begaven
Immer beschermde Donar ons
Wodan gaf ons de sterke staven
De goden leerden wijze lessen
Lachen deden zij ons ook vaak
Het zingen van de daden der goden
Was een geëerde en heilige taak
Te hunner ere verrezen tempels
In Midden-Gaarde al was goed
Duizenden jaren aanbaden wij
De ware goden van ons bloed
Tot een vreemd geloof ons knechtte
Onderdrukking ons lot van vele jaren
Amper konden wij de herinnering
Aan de goden van weleer bewaren
Ik ben de bard van het verleden
Mijn verzen doen de goden ontwaken
Uit de mist treden zij tevoorschijn
Nimmer meer zullen wij hen verzaken