"Er staat een hal aan de stam van de boom,
drie wijze maagden wonen daar;
Verleden heet de een, Heden de ander
- zij ritsten de runen - Toekomst heet de derde;
Zij ontwierpen de toekomst, bestemden het leven
der mensenkinderen, legden hun lot vast."
Uit het Oosten - zal komen het kwaad
Afgrijschlijke monsters - uit Loki's zaad
Vreeschlijk lijden - een wereld vol doden
Het einde der tijden - het sterven der Goden
Broedertwisten tieren - verwanten zullen strijden
Bedrog en leugens heersen - al wat leeft zal lijden
De Hoorn weerklinkt - de wereldboom trilt
Schilden splijten - hoe luid de Hoorn gilt
Monsterlijke horden - Loki zal hen leiden
De hemel splijt - als reuzen rijden
Uit het Zuiden - komt Surt in vlammen
Het onheil niet langer - in te dammen
Walvader worstelt - met Fenris het beest
Hij wordt verslagen - de Hoge geeft de geest
Donar hakt in - op de Wereldslang
Beiden vallen - des beschaving's zwanezang
De zon verslonden - de maan verdwenen
De Goden ten onder - wat rest is wenen
Een aarde in vlammen - alles is voorbij
Duisternis heerst - wie keert het tij?